Precies vijf jaar geleden begon Emmanuel Macron in zijn geboorteplaats
Amiens de beweging
En Marche !. De club met (heel bescheiden) de initialen van de oprichter, beloofde
niet links noch rechts te zijn. Er zou eindelijk een frisse, moderne wind door de vastgeroeste Franse politiek waaien. De belofte sprak velen aan. In de zomer van 2016 ontstond er een heuse buzz rondom EM. In augustus van dat jaar nam hij
ontslag als minister (en stak daarmee het
dolk nog dieper in de rug van zijn mentor, President
Hollande) om zich aan zijn campagne te wijden. Macron verraste vriend en vijand door als debutant mee te doen aan de presidentsverkiezingen, en die vervolgens te
winnen. De rest is geschiedenis.
Politiek als melkkoe
De partij heet inmiddels voluit
La République en Marche (LREM), maar heel lekker loopt die niet. Een lustrum later is de glans van het begin er wel af. Financieel gaat het voor de wind met LREM: sinds de verkiezingen in 2017 gleed er al 100 miljoen euro aan subsidies in de partijkas. De partij kocht er onder andere een pand van
35 miljoen euro voor, in de
rue du Rocher in het poepchique 8e arrondissement, dat na de zomer het hoofdkantoor van de partij wordt. Het pand staat niet al te ver van het Elysée, kennelijk in de verwachting dat de partijoprichter daar ook de komende jaren nog wel zal zitten.
Politiek gezien is LREM inmiddels behoorlijk de weg kwijt. Is het nu een Centrumpartij of gewoon een
conservatieve partij in een hip jasje? Het lukte de partij niet om de Franse politiek te vernieuwen, deels waarschijnlijk omdat veel nieuwe leden en parlementariërs ook al in de oude politiek zaten. Liefst 95 procent van de leden van het begin
is inmiddels verdwenen. Zelfs Macron neemt soms afstand van de grootste partij in de Assemblée (die al zeker
44 parlementariërs verloor). In de
peilingen voor de aankomende regionale verkiezingen in juni, staat de partij op de 3e of 4e plek.