Op vrijdagavond 13 november 2015, om 23 uur 55 verschijnt
een bleke en emotionele François Hollande op alle televisiezenders. Terwijl op dat moment de slachtpartij in de
Bataclan nog bezig is, roept de president de noodtoestand uit. Na de aanslagen in januari 2015, bij Charlie Hebdo en de kosjere supermarkt in Parijs, had de regering een decreet voorbereid ‘voor het geval dat’. Het werk was dus al gedaan, en de president kan de noodtoestand direct invoeren. Aanvankelijk zou die slechts twaalf dagen duren, zoals in de Grondwet stond. Maar noch Hollande, noch Macron durfden hem op te heffen. Morgen, bijna twee jaar later, komt de noodtoestand dan toch officieel ten einde. Maar de schijn bedriegt: In de praktijk is de uitzonderlijke situatie permanent geworden.
Om te waarschuwen tegen de radicalisering van de Franse wetgever, trokken mensenrechtenorganisaties en de
Verenigde Naties al eerder aan de alarmbel en zij doen
dat vandaag opnieuw (paywall). Maar de Fransen ondergaan de lawine aan vrijheidsbeperkende wetgeving gelaten, murw geworden door de vaak holle antiterreurretoriek van tegen elkaar opbiedende politici.
Echte protesten zijn er nauwelijks.
De noodtoestand maakt nu plaats voor de zoveelste wettekst in de strijd tegen het terrorisme (
de veertiende sinds 2011). Macron ondertekende
die nieuwe wet gisteren en dat werd live uitgezonden. De beelden werden verzorgd door de propagandadienst van het Elysée, en niet door de televisiezenders zelf. Desondanks zond iedereen de
mise en scène maar al te graag uit.